Reisverslag-Barcelona

Stedentrip Barcelona

05 t/m 08 maart 2011

Barcelona 05 t/m 08 maart 2011

05 maart 2011:

Vanavond vliegen we om 18.35 uur naar Barcelona. We hebben dus tijd genoeg om lekker rustig aan te doen. We vertrekken ruim op tijd in de middag naar Schiphol. Daar aangekomen kijken we wat winkeltjes en eten wat. Je kunt op Schiphol, nadat je door de paspoortcontrole bent gegaan niet overal komen. Het gedeelte achter incheckhal nr 3 is afgesloten. Dit komt doordat bij de Europese vluchten de vloeistofcontrole direct na de paspoortcontrole plaats vindt. Bij verre vluchten vindt deze controle pas plaats net voordat je het vliegtuig in stapt. Als je per ongeluk toch terecht komt op de rest van Schiphol, moet je naar de uitgang en weer opnieuw langs de vloeistoffencontrole.
We vliegen met Transavia in nog geen twee uur naar Barcelona. Transavia heeft een à la carte service wat betekent dat drankjes en maaltijden of snacks tegen betaling te verkrijgen zijn.
We komen op de luchthaven van Barcelona aan in Terminal 2. Vanaf terminal 1 en 2 rijdt er een Airport bus meerdere keren per uur naar het centrum van Barcelona (Plaza de Catalunya). Tussen de twee terminals rijdt ook een bus. Vanaf terminal 2 kun je ook de trein pakken naar het centrum. De trein gaat ieder half uur. We besluiten deze trein te nemen, prijs € 3,15 per persoon. De Barcelona Card is ook geldig op de trein van en naar de luchthaven, maar omdat wij zo laat aankomen, kunnen wij de Barcelona Card niet meer bij de Tourist Office op de luchthaven aankopen.
Het eerste station waar de trein in Barcelona stopt is Estacío de Sants. We stappen daar uit, omdat we van daaruit meteen op de groene metrolijn over kunnen stappen richting ons hotel, denken we…..
Als we op de metro wachten is het ondertussen al 22.00 uur geweest. Er hangen veel ongure types rond op het perron en we voelen ons echt onveilig. De metro stopt voor onze neus, maar er is geen ruimte meer om in te stappen. De metro zit echt bomvol. Later blijkt dat FC Barcelona heeft gevoetbald en nu zijn alle fans onderweg naar het centrum. Vooral door de ongure types, besluiten we om het metrostation te verlaten en te kijken of we desnoods iets van een bus kunnen pakken. Als we echter buiten staan, komen de types ons achterna en pakken we de eerste de beste taxi. De prijs valt mee, binnen een half uur staan we bij ons hotel voor de deur, vlakbij de Ramblas voor ca. € 12.
Rond 23.00 uur zijn we ingecheckt in het hotel en besluiten we meteen te gaan slapen.
Hotel Medinaceli ****

 

 

Pza. Duc de Medinaceli 8
08002 Barcelona
Tel.: 93 481 77 25
Email: reserve@gargallohotels.es
Website: //www.hotelmedinaceli.com/
We overnachten deze dagen in het Medinaceli hotel dat ik via Oad heb geboekt. Het is een viersterren hotel volgens de brochure, maar ik vind dit niet echt kloppen. Het is een net hotel, dat in een oud kasteel is gevestigd, maar erg weinig faciliteiten heeft. De kamers zijn erg klein. Er is een badkamer met een douche, toilet en föhn. Er zijn kamers aanwezig die wel een bad hebben. Ook is er een tv met alleen Spaanse tv-zenders. In de kledingkast zit een kluisje waarvan de sleutel tegen betaling bij de receptie te verkrijgen is. Verder is er geen minibar op de kamer. Er is Wifi in het hotel, maar dit is aan de hoge prijs, € 12 per 24 uur. Het hotel heeft alleen een restaurant waar je ’s ochtends kunt ontbijten, maar avondeten is niet mogelijk. Ook een bar ontbreekt in het hotel. Er is wel een automaat aanwezig waar je drankjes en wat snacks uit kunt halen. Het ontbijt is simpel en alle warme gerechten zijn steeds al ver afgekoeld. De ligging van het hotel is echter perfect, in een zijstraat van de Ramblas, op ca. 450 m van het metrostation Drassanes.

06 maart 2011:

Vandaag staan we vroeg op voor een sightseeing door Barcelona. We lopen over de Ramblas richting Plaza Catalunya. Het is heerlijk weer. De zon schijnt en het is zo’n 20 graden. Dat hadden we nog niet verwacht in deze tijd van het jaar. We pakken de metro naar het Guëll Park.
’s Middags maken we een wandeling langs de zeekant van Barcelona en komen ook langs het strand. Barcelona heeft een mooi stadsstrand, dat niet eens zo ver van het centrum ligt. Als je echt aan zee wilt verblijven, is een verblijf in het Westin hotel aan te raden. Dit ligt helemaal aan zee en van hieruit kun je lekker naar het strand. Het is echter wel wat verder van de stad.
’s Avonds eten we wat in een pizzeria op de Ramblas. Op de Ramblas vind je diverse gezellige restaurantjes. Let hier echter wel goed op je spullen en vooral ’s avonds als het wat drukker is.

07 maart 2011:

Vandaag zien we de bezienswaardigheden die we nog niet gezien hebben.
We beginnen met de Sagrada Familia en lopen dan langs de Gaudi huizen weer naar het centrum van de stad.
Na de lunch gaan we naar de Montjuich. We nemen bus 50 die ons de berg oprijdt en ons bij het eindstation van de Funicular afzet. Daar kunnen we de –kabelbaan- nemen die ons verder de berg op brengt naar het kasteel van Barcelona. Deze kabelbaan kost € 9,30 per persoon. Met de Barcelona Card krijg je hier korting op. Wij besluiten om door het park naar boven te lopen in plaats van met de kabelbaan te gaan. Na een uurtje komen we aan bij het kasteel. Van hieruit heb je een schitterend uitzicht over Barcelona en de haven.
We lopen daarna bergafwaarts langs het Olympisch stadion en dan door het park naar (museum met de torens bij de fontein). Dan komen we weer bij de Plaza de Espanya van waaruit we de metro nemen richting het hotel.
’s Avonds eten we tapas in een tapasrestaurant op de Ramblas. Je hebt hier diverse restaurants waar je onbeperkt tapas kunt eten voor een € 15 p.p.

08 maart 2011:

Ook vandaag staan we weer vroeg op. Na het ontbijt checken we uit. Gelukkig kunnen we onze koffers nog even in de afgesloten opslag van het hotel achterlaten, want we vliegen vanavond pas terug naar Amsterdam.
We maken een wandeling door de Barrí Gottic en lunchen op de Ramblas.
Na de lunch hebben we eigenlijk alles wel gezien. We gaan nog even naar de Maremagnum langs de zeekant aan het einde van de Ramblas. Vandaag is het niet zo’n heel lekker weer. Vanochtend was het zelfs bewolkt en er staat een frisse wind. In de middag komt de zon er echter door en we besluiten om nog lekker van de laatste stralen te genieten op een terras in de zon. We hebben de afgelopen dagen ontzettend veel gelopen (ca. 25 km per dag), dus we hebben het een beetje gehad.
Ook vanavond moet FC Barcelona weer voetballen. Dit keer tegen Arsenal en het wemelt in de stad van de Arsenal fans. Omdat we bang zijn dat de metro straks weer heel vol zit, gaan we ruim op tijd naar de luchthaven. Helaas kunnen we hier toch pas 2 uur voor vertrek inchecken en op de luchthaven zelf is niet zo veel te beleven. We weten met moeite onze tijd hier te dooien.
De vlucht van Transavia vertrekt driekwartier later naar Amsterdam, maar we halen onderweg de schade in. We landen om ca. 23.50 uur op Schiphol.
Bezienswaardigheden:
De Ramblas
Een bezoek aan Barcelona is niet compleet zonder een wandeling over de Ramblas, het hart van de stad. De avenue is 1 km lang en uitermate geschikt om naar mensen te kijken, één groot podium voor wie een verhaal wil vertellen of een lied wil zingen.
De Ramblas in het kort
De auteur W. Somerset Maugham noemde de Ramblas de mooiste straat van de wereld. Souvenirwinkels en fastfoodtenten rukken verontrustend snel op langs de met bomen omzoomde promenade, maar dat heeft de populariteit onder de bevolking niet geschaad. De Ramblas bestaat eigenlijk uit vijf straten – vandaar dat het meervoud wordt gebuikt – die lopen van Rambla de Canaletes bij de Placa de Catalunya tot Rambla de Santa Monica bij de haven.
Hoogtepunten
La Rambla de Canaletes
Echte Barca-aanhangers komen hier na een overwinning bij elkaar en soms zijn er wel duizenden met vlaggen zwaaiende clubliederen zingende supporters bijeen. Canaletes is de 19e-eeuwse fontein. Men zegt dat wie er van drinkt, terugkomt naar de stad. Overal op dit gedeelte van de Ramblas staan stoelen waar u op mag gaan zitten, terwijl schoenpoetsers hun ronde doen. Op dit stuk treft u ook levende standbeelden. Leuk om te fotograferen, als u ze daar maar voor betaalt.
La Ramblad dels Estudis
Dit deel is genoemd naar de universiteit die hier ooit stond, maar staat ook bekend als de Ramblad els Ocells (van de vogels), vanwege de vogels en andere dieren in kooitjes die er worden verkocht. Het Teatro Pollorama op nummer 15 werd vroeger bespeeld door het Nationaal Toneelgezelschap van Catalonië. Tijdens de Spaanse Burgeroorlot trok de schrijver George Orwell zich in dit pand terug toen hij in dienst van de Internationale Brigade dekking zocht.
Tientallen bloemisten kleuren dit mooiste deel van de avenue met hun stalletjes, vandaar de bijnaam. De officiële naam van dit gedeelte, Rambla de San Josep, slaat op het 16e-eeuwse klooster dat hier ooit stond en moest worden afgebroken om plaats te maken voor de bizarre Casa dels Paraigües (huis van de paraplu’s), ooit een winkel in paraplu’s. De gevel is opgetuigd met tal van regenschermen. Een grote vloerschildering van Joan Miró uit 1976 markeert de Place de la Boqueria, halverwege de Rambla.
La Rambla dels Caputxins
Hier staat het stedelijke operagebouw, het Liceu. Ertegenover ligt Café de l’Opera, een van van oudste cafés van Barcelona.
La Rambla de Santa Monica
Het laatste stuk vormt de grens met het havengebied. Hier zitten tientallen portretschilders, die hun kunnen aanprijzen door tekeningen die ze overal vastprikken. Het Teatre Principal rechts is de oudste schouwburg van de stad – het begon in 1603 als bescheiden houten gebouwtje waar toneelvoorstellingen werden opgevoerd.
Achtergronden
Het woord rambla komt van het Arabische raml, wat rivierbedding betekent en dat is precies de oorsprong van de Ramblas. De smerige geul die langs de middeleeuwse stadswallen liep werd aan het eind van de 17e eeuw gedempt. Niet lang daarna begonnen rijke Catalanen stadspaleizen neer te zetten langs deze nieuwste en zeer populaire straat. Sinds 1994 is het mogelijk verder te flaneren langs de zee. De houten promenade Rambla del Mar begint bij de Passeig de Colom en loopt tot aan amusementscomplex Maremagnum. Overal staan banken waarop u naar de haven kunt zitten kijken. Het is een ideale manier een bezoek aan de beroemdste straat van de stad af te sluiten.

Park Güell

 

 

Het park ligt op de hellingen van de berg met de weinig uitnodigende naam Mont Pelat (Kale Berg). De fraaiste toegang krijgt u via de hoofdingang aan de Carrer d’Olot, maar dat betekent wel een steile klim vanaf de bushalte aan de Carrer Mare de Déu de la Salut. Bus 24 zet u daarentegen af voor de zijingang aan de Carretera de Carmel. Hoewel u het meeste wel kunt bekijken in een à twee uur, kunt u het beste een halve dag voor het bezoek uittrekken. Pak een picknick in en neem de tijd om over alle paden te lopen, de zon te voelen of juist van de schaduw te genieten. ’s Zomers en in de weekeinden kan het erg druk zijn.
Hoogtepunten
De Ingang
De poort bij de ingang zet al te toon voor het hele park. het smeedijzeren hek doet denken aan palmbladeren en wordt geflankeerd door twee poorthuizen die zo uit een sprookjesboek lijken gestapt. Ze zijn gebaseerd op tekeningen van Antoni Gaudi en geïnspireerd door Hans en Grietje. Het huis rechts met de paddenstoel op het dak is het huis van de heks; links staat, met een dubbel kruis op het dak, het huisje van de kinderen. Beide huizen zijn bijna helemaal bedekt met trencadis (mozaïek). Een brede trapt leidt langs een fontein die versierd is met het wapen van Catalonië naar een grote salamander, die ook is bedekt met trencadis. Dit populaire dier is het onmiddelijk herkenbare symbool van het park geworden. Meestal staat er een rij van mensen die met de salamander op de foto willen. Net boven de salamander is een overdekte bank in de vorm van een open mond. De trap gaat verder naar de Sala Hipostila. Deze was bedoeld als overdekte markthal en heeft caleidoscopische patronen van glas en mozaïek in de vorm van zonnen en manen op het plafond.

 

 

Het Plein
Nog twee trappen aan weerszijden van de hal leiden nar het centrale punt van het park, het grote plein dat wordt omkranst door een slingerende bank. Deze golvende, sinusoïdale bank, die wordt toegeschreven aan Gaudí’s assistent Josep Maria Jujol is tegelijkertijd een feest van kleur en een gigantische legpuzzel van aan elkaar geplakte scherven. De bank zou een draak voorstellen die het park moet beschermen. De palmbomen en het caféterras maken het pleintje tot het sociale centrum van het park, terwijl u op de betegelde bank kunt genieten van de zon en het uitzicht op de stad. Zoals zoveel werk van Gaudí verbindt het plein functie en fantasie. De zandbodem is zo ontworpen dat regenwater wordt gefilterd en door de zuilen van de hal eronder naar een ondergronds reservoir loopt.

 

 

De Paden
Park Güell heeft ruim 3 km aan wandelpaden, die zich samen met zuilengangen en viaducten een weg door de palmplantages en mediterrane dennenbomen slingeren. Bogen en schuine zuilen die naar de helling overhangen geven de indruk van natuurlijke grotten. In tegenstelling tot de poorthuizen en de betegelde bank zijn deze aspecten met opzet uitgevoerd in steen zonder kleuren, zodat het soms moeilijk is uit te maken wat natuurlijk is en wat kunstmatig is aangelegd.

Tips:
– Als u zin heeft in een stevige wandeling, loop dan naar de drie kruizen die het hoogste punt van het park markeren. Van hieruit heeft u een mooi uitzicht over Barcelona.
– Bezoek het informatiepunt aan de rechterzijde, oorspronkelijk de conciërgewoning.
– Wandel na uw bezoek langs de muur in de Carrer d’Olot – op de tegels van de beroemde keramische fries staat de naam van het park.
– Bus 24 is de enige die recht voor de ingang stopt. Andere buslijnen en het dichtstbijzijnde metrostation liggen op een kwartiertje lopen.

De Haven
De haven wordt omsloten door de Moll de Barcelona en Barceloneta. Dit deel van de stad heeft het meest geprofiteerd van de renovatieprojecten van de vroege jaren negentig van de vorige eeuw en brengt u in aanraking met de maritieme geschiedenis van Barcelona.
In dit deel van de haven heeft de stad zich weer naar de zee toegekeerd. Vroeger lag de containerhaven als een barrière aan het eind van de Ramblas en het hele gebied was armoedig en slecht onderhouden. De containerhaven werd echter verplaatst, zodat het gebied veel meer licht en ruimte kreeg. Over de houten brug, de Rambla del Mar, kunt u over water naar de IMAX-bioscoop, het amusementcomplex Maremagnum en het aquarium lopen.
Aan de overzijde loopt de Passeig de Joan de Borbó, van de Placa del Palau, naar de zee. Deze straat vormt de grens tussen de glitterwereld van Port Vell en de oude barri (wijk) Barceloneta. Als u deze buurt verkent, komt u al snel bij het strand, de Platja de la Barcelonetta. De stranden die zich naar het noorden uitstrekken, werden opgeknapt voor de Olympische Spelen.
In het Museu Maritim, dat is ondergebracht in de fraaie voormalige koninklijke werven, kunt u een beeld krijgen van al deze veranderingen. Het museum toont de geschiedenis van de Catalaanse scheepsbouw en handel en geeft u de kans om een galei te bezoeken. Als u alles met eigen ogen wilt zien, loop dan naar de Torre de Sant Sebastià aan het eind van de Passeig Joan de Borbó. Daar kunt u de transbordador, de kabelbaan, nemen die u over de Moll de Barcelona naar een uitzichtpunt op de Montjuïc brengt. Onderweg heeft u een grandioos uitzicht over de haven en de stad.
Dit gebied leent zich goed voor een bezoek met kinderen vanwege de grote keus aan activiteiten, van de commerciële Port Vell tot de musea. Bovendien is het strand vlakbij en vindt u er vele cafés en bars.

 

 

Barceloneta
Barceloneta is het populairste recreatiegebied van de stad. Al voordat het gebied opgeknapt was voor de Olympische Spelen, was het er altijd vol in het weekeinde. Het strand is nu schoner en de restaurants zijn chiquer geworden, maar op een zonnige zondag komen er nog steeds dezelfde mensen in drommen naar toe.
Barceloneta was de eerste poging van de stad om aan stadsplanning te doen. Het gebied was in de jaren vijftig van de 18e eeuw bedoeld om onderdak te geven aan de inwoners van La Ribera die hadden moeten verhuizen toen de Ciutadella in hun wijk werd aangelegd. Het plan was eigenlijk om de goedkope huizen laag te houden, maar dit idee werd genegeerd en er werden bovenverdiepingen toegevoegd, waardoor de wijk soms benauwd overkomt.

Sagrada Familia
Gaudí’s bizarre en onvoltooide kerk is hét symbool van Barcelona. Dit toppunt van zijn excentrieke genialiteit is nog steeds onderwerp van dispuut, terwijl er doorgewerkt wordt met behulp van moderne ontwerpen. De hoogste van de spectaculaire torens is 112 m.
De Sagrada Familia in het kort:
Of u hem nu fantastisch of afschuwelijk vindt, u kunt niet voorbijgaan aan de Temple Expiatori de la Sagrada Familia (Boetekerk van de Heilige Familie). De torens en hijskranen zijn in de hele stad te zien en het is een verplicht nummer voor iedereen die naar Barcelona gaat. Nadeel hiervan is dat het er erg druk kan zijn – het beste is de kerk vroeg in de ochtend of laat in de middag te bezoeken. Er wordt nog altijd aan de Sagrada Familia gewerkt. In 2004 werd een grote restauratie van de kruisgangen, de Lijdensfacade, de centrale apsis en de kapelgewelven afgerond. U gaat naar binnen via de Lijdensfacade aan de Carrer de Sardenya. Het middenschip is nog onder constructie en is dan ook één grote bouwput – het voortdurende lawaai staat spirituele gevoelens behoorlijk in de weg. Anderzijds is de schaal waarop hier wordt gewerkt adembenemend. Op het eerste gezicht lijkt de kerk het werk van een delirische patiënt, maar ieder detail op elke spits, toren of zuil heeft zijn eigen religieuze symboliek, reden waarom de Sagrada Familia wel een catechismus in steen wordt genoemd.
Hoogtepunten
Lijdensfacade
U begint uw bezoek bij de Lijdensfacade. De figuren op deze gevel zijn hard en hoekig en roepen zo de pijn en vernedering op van Christus’ kruisiging en dood. De Catalaanse beeldhouwer Joseph M. Subirachs voltooide de beelden in 1990 en heeft nog steeds een werkplaats ter plekke. Hij heeft veel kritiek gekregen, maar Gaudí heeft altijd benadrukt dat dit de sombere tegenhanger moest worden van de vreugdevolle scènes rond de Geboorte. Zes grote overhangende zuilen dragen als de blootliggende wortels van een boom een portico met verschillende beeldengroepen die het lijden en de dood weergeven, beginnend bij het Laatste Avondmaal en eindigend met Christus aan het kruis. De Romeinse soldaten zijn duidelijk beïnvloed door de schoorstenen op het dak van Casa Milà. Let op de Judaskus met de bijbelse verwijzing in steen. De rijen kolommen, diagonalen en hoeken van het magische vierkant ernaast komen opgeteld allemaal op 33 uit. Subirachs verwees hiermee naar Christus’ leeftijd.
Geboortefacade
Op de Geboortefacade prijkt het mooiste beeldhouwwerk. De uitgehakte stenen zitten boordevol details, waardoor u soms de indruk krijgt van een sprookjesgrot, soms van een kluizenaarshol en dan weer van een warboel van gesmolten kaarsvet. Maar het onderwerp van deze gevel is de vreugde in de schepping bij de geboorte van Jezus. Gaudí koos bewust voor de oostelijke gevel om de eerste zonnestralen te kunnen vangen. In het midden ziet u de geboorte. Boven de Heilige Familie blazen engelens op bazuinen om Christus’ geboorte te vieren. Rond drie doorgangen, gewijd aan Geloof, Hoop en Liefde zijn andere bijbelse taferelen verbeeld van het huwelijk van Jozef en Maria tot de opdracht van Christus in de tempel. Er zijn zeker dertig plantensoorten op de gevel ontdekt die zowel in Catalonië als in het Heilige Land groeien. Samen met 36 soorten vogels benadrukt dit het thema dat alle schepselen Jezus aanbidden. Dit thema bereikt zijn hoogtepunt in de Boom des Levens, een groene cipres van keramiek vol duiven die boven op de gevel tussen de torens nestelt.
De Torens
Tegen de tijd dat Gaudí stierf was er pas één toren af, maar nu prijken er vier torens boven zowel de Geboorte- als de Lijdensfacade. De bedoeling is dat er in totaal 18 torens komen, gewijd aan de twaalf apostelen, de vier evangelisten, Christus en de Heilige Maagd. De steile spitsen zijn bekleed met keramisch mozaïek en zijn al met van alles vergeleken, van wijnflessen tot sigaren en de castellets (menselijke torens) die onderdeel zijn van Catalaanse festivals. Gaudí beweerde dat de ogen van iemand die naar de torens keek, naar de hemel werden getrokken, waarmee hij uitdrukking gaf aan het gebed Sanctus Sanctus Sanctus, Hosanna in Excelsis (Heilig, Heilig, Heilig, Glorie aan God in den Hoge) wat met scherven staat geschreven op de top. Wenteltrappen geven toegang tot de torens, bovendien is er aan iedere kant een lift die u een flink eind omhoog brengt – u kunt bijvoorbeeld met de lift naar boven en via de trap naar beneden. Als u de torens beklimt, kunt u niet alleen de spitsen van dichtbij zien, maar ook in het schip kijken. Een ander mooi punt is de brug tussen de twee torens boven de deur van de Geboortefacade.
De Crypte
Rechts van de Lijdensfacade is de ingang van de crypte, in neogotische stijl ontworpen door Francesc de Villar en nu een museum (per lift bereikbaar). Onder de tentoongestelde voorwerpen ziet u enkele maquettes en tekeningen van Gaudí, hoewel de meeste daarvan verloren zijn gegaan tijdens de Burgeroorlog en schetsen en mallen van de Lijdensfacade van Subirachs. Verder zijn er een biechtstoel en een tenebrarium (een kandelaar die wordt gebruikt in de Goede Week), beide ontworpen door Gaudí. U kunt een kijkje nemen in de werkplaats waar beeldhouwers bezig zijn met gipsen mallen voor de Gloriefacade. In een kapel, gewijd aan Onze Lieve Vrouwe van Carmen, staat de eenvoudige, stenen tombe van Gaudí met daarop in het Latijn Antonius Gaudí Cornet, Reusensis, een verwijzing naar zijn geboorteplaats Reus.
Tips:
– Loop eens rond de kerk voordat u naar binnen gaat en steek de Carrer de la Marina over naar de Placa Gaudi. In dit parkje heeft u het beste zicht op de Geboortefacade.
– Door vijf minuten te lopen over de Avinguda de Gaudi in de richting van het Hospital de Sant Pau, krijgt u een betere indruk van de afmetingen van de kerk.
– Als u gebruik wilt maken van een audio-tour, moet u zich kunnen identificeren met een paspoort of rijbewijs. Als u die niet bij zich heeft, moet u iets van waarde achterlaten, bijvoorbeeld een creditcard.
– Tijdsverspilling kunt u voorkomen door toegangskaarten online te kopen via www.sagradafamilia.cat. Het grote voordeel is dat u de tickets gelijk kunt uitprinten en bij de kerk via een aparte ingang naar binnen mag. Deze service kost wel iets meer dan wanneer u de kaarten ter plaatse koopt.
– Voor de liften naar de torens staan ook vaak flinke wachtrijen. Kaarten hiervoor kunt u alleen ter plaatse kopen.

 

 

Hospital Sant Pau
Dit hospitaal is het grootste werk van de modernista-architect Lluís Domènech i Montaner, die een schitterend complex ontwierp dat nog steeds in gebruik is als ziekenhuis. Het geheel is 13,5 hectare groot. Het van een grote tuin voorziene hospitaal werd gebouwd naar de wensen van de opdrachtgever, de in Parijs wonende bankier Pau Gil i Serra, die onder de indruk was geraakt van de Franse gewoonte om ziekenhuisdorpen te bouwen. Het complex bestaat uit 48 met mozaïek bedekte paviljoens, die dezelfde functie hebben als afdelingen in moderne ziekenhuizen. Ze zijn rijk versierd en staan langs lommerijke lanen. Het geheel toont de bekende modernista-thema’s: Catalaans nationalisme, uitbundig gebruik van kleur en een overmaat aan verwijzingen naar de natuur. Er zijn tal van details te zien; let vooral ook op de sierlijke hoofden op de houten deuren van de paviljoens en de elegante beelden van Geloof, Hoop en Naastenliefde die de vensters van het hoofdgebouw flankeren.
Domènech i Montaner liet ook een ondergronds gangenstelsel aanleggen, zodat de patiënten en het personeel bij slecht weer beschut van het ene paviljoen naar het andere konden gaan. Het ziekenhuis is niet toegankelijk voor buitenstaanders, behalve tijdens rondleidingen. Niemand heeft er echter bezwaar tegen als u een discrete wandeling door de tuin maakt en de paviljoens van buitenaf bekijkt.

 

 

Casa de las Pedreras / Casa Milà
Een van Gaudí’s meesterwerken, voltooid in 1912. Grillig, fantasievol dakterras met uitzicht over Barcelona. Een tentoonstelling over Gaudí geeft inzicht in zijn leven en werk.
Het Casa Milà in het kort
Het Casa Milà dat als een enorme vooruitspringende klop verrijst op de hoek van de Passeig de Gràcia en de Carrer de Provenca is ontworpen door Antoni Gaudi i Cornet. Met zijn golvende lijnen en gebogen exterieur vormt het gebouw een doelbewust contrast met het strikte rasterpatroon van L’Eixample. Het grootste deel van het gebouw wordt gebruikt voor privé-bewoning, maar een deel wordt als cultureel centrum beheerd door de Fundació Caixa Catalunya. De hoofdingang aan de Passeig de Gràcia komt uit op een binnenplaats met een trap naar een kunstgalerie op de eerste verdieping. Om de appartementen op de zesde verdieping, het Espai Gaudí en het spectaculaire dakterras te zien, moet u een kaartje kopen bij de kiosk op de Carrer de Provenca en de zijingang nemen.
Hoogtepunten
De Buitenkant
Het crèmekleurige kalkstenen interieur is met van alles vergeleken, van een verlaten steengroeve tot de golven van de zee. Gaudí liet zich vaak inspireren door levensvormen uit de zee en de gedraaide smeedijzeren balustrades van de balkons, ontworpen door Gaudí’s assistent Josep Maria Jujol, hebben wel iets weg van zeewier. Het opmerkelijkste van het Casa Milà is misschien wel dat er, naar men zegt, niet één rechte lijn of rechte hoek is gebruikt in de constructie. Architectuur is bij het Casa Milà tot sculptuur geworden.
Espai Gaudí
Om op de bovenverdiepingen te komen, neemt u de lift naar de zolder, waar in de vroegere wasserij een tentoonstelling is ingericht over Gaudí’s leven en werk. Dit is een onverwacht bijzondere plek; de 270 bakstenen bogen geven de indruk van een gotische kathedraal. U krijgt met audiovisuele middelen, tekeningen en maquettes van zijn gebouwen nergens in Barcelona een betere indruk van Gaudí’s bouwkundige technieken. Heel bijzonder zijn de foto’s van de binnenkant van een aantal van zijn gebouwen die gewoonlijk niet opengesteld zijn voor het publiek, zoals het Casa Vicens.
De Appartementen
Van de zolder voert een trap omlaag naar de Pis de la Pedrera, twee appartementen die zorgvuldig zijn gerestaureerd om de sfeer van het vroeg 20e eeuwse Barcelona op te roepen. In het eerste ziet u een reeks oude foto’s en een tentoonstelling over de snelle technologische veranderingen die het modernisme begeleidden, zoals de invoering van electricteit en telefonie, de ingebruikneming van de metro en de komst van bioscopen en warenhuizen. Het andere, verrassend ruime appartement biedt een reconstructie van de inrichting van een typisch modernista appartement en geeft een kijkje in het leven van de eerste bewoners van het Casa Milà. Een pronkkast en slaapkamermeubelement van de hand van de Mallorcaanse meubelontwerper Gaspar Homar maken deel uit van de tentoonstelling, evenals alledaagse keuken-, badkamer- en kinderkamerobjecten, die zijn neergelegd waar ze horen. Vanuit het appartement heeft u goed uitzicht op de binnenplaats.
Het Dakterras
Het hoogtepunt van elk bezoek aan het Casa Milà is het opmerkelijke dakterras, met zijn schoorstenen en ventilatiekanalen in de vorm van uilen, krijgslieden, gehelmde ridders en andere wezens, gemaakt van gebroken aardewerk, marmer en glas. Dit is waarschijnlijk een van de beste voorbeelden in Barcelona van Gaudí’s vermogen om functionele objecten een speels element mee te geven. Een van de schoorstenen bestaat uit lege champagneflessen – de overblijfselen van een feestje? Net als de rest van het gebouw is het dak niet vlak, maar golvend, met een reeks hellingen en trappen die wisselend uitzicht bieden op de binnenplaatsen en de skyline van de stad, die wordt beheerst door Gaudí’s Sagrada Familia. In overeenstemming met Gaudí’s religieuze en nationalistische neigingen is de centrale schoorsteen gebaseerd op het kruis van Sint-Joris, de beschermheilige van Catalonië. Gaudí wilde aanvankelijk ook een groot bronzen beeld van de Maagd Maria op het dak zetten, maar hij moest daarvan afzien na de Tragische Week van 1909, toen een aantal kerken werd aangevallen. Senor Milà was bang dat het pand met zo’n religieus vertoon hetzelfde lot te wachten stond.
Tips:
– In juni, juli en augustus worden er ’s avonds op het dak jazz-, flamenco- en salsaconcerten gegeven. Het kaartje geeft ook recht op een bezoek aan het Espai Gaudi en een glas cava. De achtergrond van het dakterras en de sterren aan de hemel geven een heel speciale sfeer.
– Als u de noordkant van het Casa Milà wilt zien, ga dan binnen bij de meubelwinkel Vincon ernaast. Op het terras aan de achterkant ervan heeft u uitzicht op deze zijde van het gebouw.
– Breng ook een bezoek aan de souvenirwinkel op de begane grond (met een eigen ingang), die niet alleen een uitstekend assortiment heeft, maar ook deel uitmaakt van het oorspronkelijke gebouw.

 

 

Manzana de la Discordia
Deze in één straat staande gebouwen uit de tijd dat het modernisme zijn hoogtepunt beleefde, zijn van de hand van de drie onbetwiste meesters van de beweging. Ze verschillen sterk van stijl en laten zien hoe de architecten steeds hun eigen weg volgden. Alleen het Casa Battló en de begane grond van het Casa Amatler zijn open voor het publiek. Ook de buitenkant van de gebouwen is het bekijken zeker waard.

Casa Battló
Dit is het bekendste van de drie. Het werd in 1904-1906 gebouwd voor de plaatselijke textielbaron Josep Battló i Casanovas en werd ontworpen door Gaudí. Het golvende effect van de gevel wordt bereikt met trencadis, stukken aardewerk. Het kleurgebruik lijkt op dat van een impressonistisch schilderij en het geheel glinstert als een enorm juweel. Het Casa Battló is, naar men zegt, een uitbeelding van de legende van Sint-Joris, de beschermheilige van Catalonië, en de draak. De spectaculaire bovenkant van de gevel stelt de kromme rug van de draak voor en de trencadis zijn de schubben. De beenderen en pezen van de slachtoffers vormen de omlijstingen van de vensters, terwijl de smeedijzeren balkons de schedels zijn. Een rondleiding door het gebouw geeft u een goede indruk van Gaudi’s adembenemende ontwerp. Met name de gebrandschilderde ramen in de woonkamer en het terras zijn overweldigend. Probeer op een zonnige dag te gaan – het daglicht zet het geheel dan in vuur en vlam.

 

 

Casa Amatller
In tegenstelling tot de nationalistische Gaudí ging architect Josep Puig i Cadafalch niet uit de weg voor invloeden uit de rest van Europa. Dit blijkt bijvoorbeeld duidelijk uit zijn Casa Amatller, het gebouw links van Casa Battló. Het werd in 1900 gebouwd en vertoont invloeden uit de Zuidelijke en Noordelijke Nederlanden, evenals een aantal gotische details. De gevel is bezaaid met curieuze sculpturen van dieren die glasblazen en foto’s maken, twee hobby’s van de fotograaf. Ze werden gemaakt door Eusebi Arnau, een beeldhouwer die in die tijd in de mode was en zijn talenten ook aanwendde op het Casa Lleó Morera even verderop. Meer informatie over de modernista’s krijgt u in het Centre del Modernisme op de begane grond van het Casa Amatller. Hier worden nu en dan ook tentoonstellingen gehouden over het modernisme.

 

 

Casa Lleó Morera
Het derde Manzana-gebouw, eigenlijk een verbouwd bestaand pand, dateert uit 1905. Qua stijl is het eerder een variant van de internationale art-nouveau, dan een modernista ontwerp. Lluís Domènech i Montaner was niet alleen politicus en architect, maar als handswerkman ook steeds nauw betrokken bij de uitvoering van zijn projecten. Hij paste steeds de nieuwste materialen toe bij zijn bouwontwerpen, dus ook bij dit pand. Hoewel het in 1943 ingrijpend werd gemoderniseerd toont het gebouw nog steeds een overvloed aan aparte details: ronde hoekbalkons, vrouwenfiguren die recente uitvindingen vasthouden, zoals de gloeilamp en de telefoon en een bruidstaart op het dak. Om zijn opdrachtgever , de schatrijke zakenman Albert Lleó i Morera een plezier te doen paste Domènech i Montaner in de symboliek van het gebouw het thema van een leeuw (lleó) en de moerbeiboom (morera) toe. De bovenverdiepingen zijn nu in gebruik als kantoorruimte en op de begane grond is een chique lederwarenwinkel gevestigd. Een deel van het oorspronkelijke meubilair en een aantal speciaal voor de woning ontworpen objecten zijn echter te zien in het Museu National d’Art de Catalunya.
Tips:
– Het Casa Battló wordt ’s avonds fraai verlicht, waardoor de gevel een magische gloed krijgt. Probeer het gebouw echter niet ’s middags op een zonnige dag te bekijken, want het weerkaatste zonlicht kan uw ogen verblinden.
– Kijk uit naar de mondernistamaagden met een camera en een gloeilamp van beeldhouwer Eusebi Arnau. Ze behoren tot de weinig overgebleven details van het oorspronkelijke Casa Lleó Morera.
Montjuïc
Het groen op deze heuvel voorziet de stad van frisse lucht en vormt het grootste recreatiegebied van Barcelona. Het uitzicht over de stad is spectaculair. De Olympische Spelen van 1992 werden hier gehouden.
De Montjuïc in het kort
De Montjuïc steekt naar voren in de Middelandse Zee en is het eerste dat u ziet als u over zee of door de lucht arriveert. De lanen van de bosrijke hellingen trekken honderden joggers, fietsers en dagjesmensen. Enkele van de beste musea van de stad, zoals het MNAC en de Fundació Joan Miró en de Olympische Ring liggen halverwege de helling. De voorheen verwaarloosde hogergelegen gebieden worden nu ook opgeknapt. De Montjuïc is vanaf de Placa d’Espanya bereikbaar via de Avinguda de la Reina Maria Cristina. Voor de hogergelegen delen neemt u de funicular vanaf station Paral-lel. De telefèric, de kabelbaan die begint bij het eindpunt van de funicular, is sinds mei 2007 na een renovatie weer in bedrijf. Hij stopt bij een mirador (uitzichtpunt) en gaat dan verder omhoog naar het Museu Mulitar.
Hoogtepunten
Museu Militar
In het 18e-eeuwse kasteel op het hoogste punt van de Montjuïc is tegenwoordig het Militair Museum gehuisvest. Het bovenste terras biedt een weergaloos uitzicht, helemaal van de zee tot de Tibidabo. Dit contrasteert met het sinistere fort, waar in de Burgeroorlog Republikeinse tegenstanders van Franco zaten opgesloten en werden gemarteld. Het museum besteedt echter geen aandacht aan deze gebeurtenissen. Het toont in een aantal weergalmende zalen op de begane grond een collectie wapentuig uit de periode vanaf de 18e eeuw tot heden. De Marès-collectie zwaarden en wapenrustingen uit Europa en Azië bevat prachtige stukken.
De Lagere Hellingen
Dit deel van de heuvel is goed te bereiken via de statige Avinguda de la Reina Maria Cristina, die aan weerskanten wordt geflankeerd door enorme beurshallen. Aan het eind van de weg liggen het MNAC, het Pavelló Mies van der Rohe en het CaixaForum; de andere bezienswaardigheden en parken zijn bereikbaar via een aantal roltrappen. Het Teatre Grec, dat alleen wordt gebruikt tijdens het gelijknamige festival, de schilderachtige tuin eromheen en La Font del Gat (een restaurant en informatiecentrum) liggen iets hoger op de heuvel. La Font del Gat (Bron van de Kat), tussen het Teatre Grec en de Fundació Joan Miró is een merkwaardig bouwwerk vol met aan katten herinnerende details, vandaar de naam. Het gebouw wordt toegeschreven aan Puig i Cadafalch en heeft onlangs zijn vroegere functie als restaurant terug gekregen. Alleen de barokke gevel resteert, maar de charme is onaangetast.
Tips:
– Hier en daar komt kleine criminaliteit voor, dus let goed op en zorg dat u na het invallen van de duisternis niet op afgelegen plekken komt.
– De hellingen van de Montjuïc zijn behoorlijk steil, dus neem bus nr 50 of 61 van de Placa d’Espanya naar de heuvel.

 

 

Barri Gotic
De Gotische Wijk ligt tussen de Ramblas en de Via Laietana en is voor een groot deel voetgangersgebied. De 13e- tot 15e-eeuwse gebouwen, die nog steeds verbazend gaaf zijn, vormen schitterende voorbeelden van Gotische architectuur. Ze zijn in gebruik als privéwoning, museum of als winkelpand.
De beste manier om de Barri Gótic te verkennen is door op de bonnefooi het doolhof van straatjes binnen te gaan en er zomaar wat rond te dwalen. Maar als u liever een gestructureerd bezoek brengt, bedenk dan dat het gebied bestaat uit een aantal placas en bekijk de bezienswaardigheden rond elk ervan.
Het is onmogelijk om de Placa de la Seu te missen, die wordt gedomineerd door de Cathedral de la Seu. Rond dit uitgestrekte open plein liggen goede winkelstraten en aangename cafés. Als u liever een rustige plek zoekt, ga dan naar de mooie Place de Sant Felip Neri, vlak achter de kathedraal. Vlak bij het religieuze bolwerk ligt de vroegere basis van de wereldlijke macht: de Place del Rei, het Plein van de Koning.

 

 

Algemene Tips voor bezoek aan Barcelona:
– Als u van musea houdt is het aan te raden om een Barcelona Card aan te schaffen. Daarmee maakt u gratis gebruik van het openbaar vervoer en krijgt u korting op vele musea en attracties. Door de kaart voor vertrek te kopen via bcnshop.barcelonaturisme.com, de webwinkel van de lokale VVV, krijgt u bij online-aankoop tot 10% korting op deze Barcelona Card. De kaarten moeten dan opgehaald worden bij een kantoor van Barcelona Turisme.
– Bus Turistic is een makkelijke en comfortabele manier om de stad te ontdekken. Deze bus neemt u gedurende 1 of 2 dagen mee langs alle bezienswaardigheden van de stad. U kunt de tickets voor deze bus vooraf reserveren en met deze kaart ontvangt u tevens kortingen bij vele bezienswaardigheden en musea. De bussen rijden dagelijks vanaf 09.00 uur.
– Rondom de Ramblas en Barri Gotic vindt u vele tapasbars.
– In de parken zijn gratis WIFI-zones. U kunt hier even op een bankje gaan zitten en met uw telefoon bijv. een gratis mailtje naar de thuisblijvers sturen.